Haagdijk 239A, Haagdijk 251A

De broers Pinas en Marcus Cohen runnen op de Haagdijk 239a samen een winkel in ‘dames- en herenstoffen’. Zij wonen met hun gezinnen vlak bij elkaar: Marcus en zijn vrouw Regina Goudsmit, en haar vader Abraham, boven de winkel. Pinas en zijn vrouw Hilda (Hildegard) Schönberger op 251a met hun kinderen Hartog en Johanna.

Wanneer de oorlog uitbreekt vreest de vader van Regina, Abraham Goudsmit, voor wat er gaat komen en pleegt in de zomer van 1940 op 81-jarige leeftijd zelfmoord. Marcus Cohen wordt in 1942 gearresteerd omdat hij zonder jas met Jodenster de vuilnisbak op straat zet. Uiteindelijk komt hij, via Kamp Haaren, in Kamp Amersfoort terecht, waar hij overlijdt op 14 oktober 1942. Zijn vrouw Regina is onderdeel van de grote groep Joodse inwoners die op 28 augustus 1942 wordt opgeroepen en zij wordt nog geen week later omgebracht in Auschwitz. Ook Pinas, Hilda en Johanna ontkomen niet aan de deportatie. Dochter Johanna komt in Kamp Vught terecht waar ze op 26 april 1943 overlijdt als gevolg van de erbarmelijke omstandigheden in de kinderbarakken. Pinas wordt in 1942 vanuit Westerbork op de trein naar Auschwitz gezet en overlijdt datzelfde jaar. Zijn vrouw Hilda komt om in Sobibor rond 8 juni 1943.

Stolpersteine Haagdijk

Haagdijk 239A

Marcus Samuel Cohen 

Hier woonde 
Marcus Samuel Cohen 
Geboren 1888
Gearresteerd 10-9-1942
Vermoord 14-10-1942
Kamp Amersfoort

Regina Goudsmit-Cohen 

Hier woonde 
Regina Goudsmit-Cohen 
Geboren 1887
Gearresteerd 28-8-1942
Vermoord 3-9-1942
Auschwitz

Abraham Goudsmit

Hier woonde 
Abraham Goudsmit
Geboren 1858
Gevlucht in de dood 18-8-1940
Breda

Haagdijk 251A

Pinas Cohen

Hier woonde 
Pinas Cohen
Geboren 1895
Gearresteerd 28-8-1942
Vermoord 31-3-1944
Midden-Europa

Hildegard Cohen Schönberger

Hier woonde 
Hildegard Cohen Schönberger
Geboren 1898
Gearresteerd 9-4-1943
Vermoord 11-6-1943
Sobibor

Johanna Henny Cohen

Hier woonde 
Johanna Henny Cohen
Geboren 1938
Gearresteerd 9-4-1943
Omgekomen 26-4-1943
Kamp Vught